Friday, July 27, 2007

Despedida

In het begin van dit jaar kwam het grootste deel van de Erasmi samen Portugal binnen. De meesten hadden getekend voor de intensieve cursus en werden 1 september verwacht op het welkomstwoord en 3 september in de eerste lessen. De grote toestroom creëerde een overload aan contacten en afleiding was niet ver te zoeken. We werden overstelpt door de diversiteit van het sociale landschap en er was geen seconde tijd om alleen te zijn of België te missen... ..het einde is echter heel anders...
De eerste Erasmi beginnen Portugal al te verlaten omstreeks 25 juni; examens en herkansingen zijn in elke faculteit anders georganiseerd en afhankelijk daarvan vertrekt de ene al later dan de andere. Vanaf die 25ste begint de afvallingskoers tot eind juli en voor de allerlaatsten zelfs begin augustus. Wie het langste blijft moet het meeste afscheid nemen en de laatste maand heeft dan ook iets triest over zich. Anderzijds kunnen sommige contacten wel eens kortstondig herontdekt worden door het verkleinen van de vriendengroepen en de intensiteit die in de lucht hangt is soms best aandoenlijk.
Ikzelf had mijn laatste examen 11 juli en vertrok met een tweede grote lichting op 15 juli. Ik ging echter nog niet naar huis, ik zou eerst een reisje in Andalusia maken. Sevilla, Cordoba, Almeria en nadien Granada, waar ik met Mario en een groepje Spanjaarden onze laatste dagen zou doorbrengen in de ouderlijke villa van één van onze vrienden. Nadien zou ik nog terugkeren naar Coimbra om mijn bagage te pakken, op te ruimen, administratie af te werken, laatste afscheiden te nemen en uiteindelijk de trein op te stappen richting België. Lucia had me in Andalusia laten weten dat ze mee de trein zou nemen, aangezien Pamplona vlakbij San Sebastian ligt; één van de laatste haltes op die fameuse Sud-Expresse, de nachttrein die het Iberisch Schiereiland doorkruist. Ze zou me haar stad laten zien en de dag nadien kon ik dan in San Sebastian uiteindelijk de laatste etappe aanvatten richting thuis...
Vandaag was dan die laatste dag. Mijn bagage had ik gisteren al wat gepakt, van de schaarse overlevenden had ik gisterenavond al grotendeels afscheid genomen en samen met Lucia waren we nog de enigen in Casa Vermelha. Mireia had ons deze morgen wakker gemaakt om dag te zeggen en had Coimbra al achter zich gelaten. We lunchten in de kantine met Melf en Sol en dronken een koffie in Tropical. Eén van die gewone middagen, waarvan ik er door het jaar zovele had gehad, deze keer echter in een iets andere sfeer.. ..het was allemaal voor de laatste keer. Ik zeurde maar door over de finaliteit van al die dagdagelijkse handelingen en werkte Lucia wat op de zenuwen, maar ondanks de grapjes konden we er niet onderuit. Het was de laatste dag en de exit was slechts luttele uren van ons verwijderd en we beseften het maar al te goed. Het gevoel dat rond onze schouders hing was op z’n minst dubbel te noemen. Enerzijds wil je nog blijven, alsof er niemand vertrokken is, anderzijds wil je wel naar huis en heb je nood aan die vertrouwde Stella met je vrienden, die je eigenlijk misschien wel gemist hebt.
Ik ging naar huis via het Universiteitsplein, om een laatste keer het studentikoze centrum te passeren. Rond half vijf was mijn bagage afgewerkt en sleepte ik vier stevige valiezen het huis uit. Oriana was komen opdagen met een vriendin om ons uit te zwaaien, we hingen nog wat rond op onze patio tot Lorenzo, samen met Melf en Sol, om twintig voor zes toekwam. Gezamenlijk sjouwden we ons hebben en houden de straat op, ik sloot de deur van Casa Vermelha en daalde de trap af naar het buitenhek. Ook het hek sloot ik en zoals afgesproken met de huisbaas liet ik de sleutels in de brievenbus glijden, het huis konden we niet meer binnen, we konden het niet meer ontkennen... dat was het...
Na wat gepuzzel slaagden we erin alle valiezen in Lorenzo’s auto te proppen en met Lucia op de achterbank geperst vertrokken we naar het station. Vier mensen zwaaiden ons uit. Zij waren de allerlaatsten en zouden begin volgende week ook vertrekken. De enkelingen die dan nog bleven hadden hun vertrek gepland tegen half augustus en dan was Erasmus 2006-2007 voorbij, zonder een spoor achter te laten. Een maand later zou een nieuwe Erasmusgroep al volop aan het ontstaan zijn, in de roes van de aankomst, alsof zij de enigen waren die ooit Coimbra gekoloniseerd hadden, alsof zij de besten waren die Erasmus naar daar gebracht had en alsof de meest fantastische ervaring aan hun voeten lag...

...want zo hadden wij ons dit jaar ook gevoeld.....

Tuesday, July 03, 2007

Lisbon Story

Reizen had ik hier al wel wat gedaan, ik kon eigenlijk zelfs terugblikken op een min of meer omvangrijk palmares, het Noorden tot tegen de Spaanse grens, ettelijke keren Porto, het desolate Noord-Oosten, de Alentejo twee keer... het enige wat me eigenlijk nog ontbrak op deze lijst was Lissabon. Bejubeld, geprezen en duizend maal geadoreerd, kon en mocht deze metropool niet ontbreken in een jaar Portugal.
De week voor mijn korte terugkeer naar België zat het me allemaal een beetje hoog. Ik was meer dan vijf maand niet meer thuis geweest, de plotse rust na Queima das Fitas stoorde me wat en ik was het kleine Coimbra eigenlijk even moe gezien. Ik moest er nodig eens tussenuit en op een vrijdagnamiddag besloot ik impulsief het weekend in Lissabon door te brengen, waar ik bij toeval wat Belgische Erasmusi kende. Beiden waren echter bezet en blijven slapen was niet mogelijk, waarop ik dan maar de praktische Erasmusrelaties aansprak en bij een Italiaanse onderdak kreeg, die tijdens de Queima ook ons huis gebruikt had om zich te slapen te leggen. Ze gaf me de sleutel van haar kot en voor de rest van het weekend zagen we elkaar praktisch niet, ik kon binnen als ik moest en ik trok mijn plan wel; zij had ook op die manier van onze gastvrijheid gebruik gemaakt, dus zo raar was het niet.
Ik kwam die vrijdagavond tegen half elf aan in het busstation en na een telefoontje met de Italiaanse vond ik mijn weg naar de mooie metrotunnels. Zonder ook maar iets van het bovengrondse Lissabon gezien te hebben begon ik het onmiddellijk prachtig te vinden. Was ik naïevelijk beïnvloed door al het goeds dat ik over deze stad gehoord had of had mijn reisgevoel gewoon gelijk en zou dit een heerlijke stad worden. Ik probeerde nog wat kritisch te blijven, maar naarmate ik de vier eindeloze roltrappen besteeg naar het oppervlak van Portugal ’s miljoenenstad, werd het gevoel alleen maar sterker. Ik kwam boven in station Baixa-Chiado, pal in het woelige centrum, en begon mijn tocht naar het appartement van mijn Italiaanse gastvrouw. Ik passeerde de beroemde stadslift in Eifelstijl, het monumentale Rossioplein en moest nog door de Baixawijk alvorens het appartement te bereiken. Ik kon niet langer weerstaan, Lissabon had me nu reeds in zijn macht.
Ik sprak af met Stijn en zijn vrienden in Bairro Alto om de avond te beginnen. Bairro Alto ligt vlakbij het metrostation waar ik was bovengekomen en is het absolute epicentrum van het nachtleven. De wijk zelf beslaat zeker 10 blokken en is letterlijk vergeven van de bars, cafés, kleine discotheekjes en restaurantjes. De pittoreske straatjes staan afgeladen vol met alle soorten mensen. Het lijkt alsof op elke straathoek de immense variëteit van Lissabon wordt uitgebeeld door de inwoners zelf. Je hebt wel wat themastraten waar min of meer dezelfde types bars te vinden zijn, maar toch geeft het straatbeeld de smeltkroes weer die Lissabon is en ondanks de immense populariteit van de wijk blijken er weinig of geen echt commerciële bars te zijn. De bars die ik gezien heb hadden telkens min of meer hun eigen karakter en boden een gezelligheid, die in Coimbra moeilijk te vinden is. Buiten Piano Negro heeft bijna elke bar in Coimbra dan ook een licht kantinegehalte, huiskamerbelichting en een televisie; een toog met barkrukken is zo zeldzaam dat je bijna zou vergeten dat het bij ons zo normaal is. In Lissabon weten ze precies wel beter wat ze met hun bar moeten doen.
Eenmaal ik Stijn en de zijnen tegen het lijf liep was ik dus zo mogelijk nog meer onder de indruk van deze stad. De jongens lusten blijkbaar wel een biertje en een paar uur later trokken we naar de Lux, de beroemdste discotheek van Portugal, hoewel op gewone avonden blijkbaar niet echt zijn naam waard. Gelukkig mochten we de 12 euro inkom volledig consumeren en we amuseerden ons vermoedelijk wel voldoende, te zien aan het late uur waarop we de keet verlieten. Ik had het ritme van mijn kompanen gevolgd en ik moet toegeven dat ik eigenlijk nogal dronken was. Nadat de taxi me had afgezet op de plaats waar ik reeds ettelijke uren geleden mijn eerste indrukken van deze stad opdeed, leidde mijn eetlust me naar een pasteleria... ...al etende wandelde ik buiten en toen ik opkeek na het verorberen van twee chorizobroodjes bleek dat ik hopeloos verloren was gelopen... elke straathoek die ik omsloeg leek op de vorige, eindeloze trapjes vermoeiden me steeds meer en het moet behoorlijk lang geduurd hebben voor ik uit de wirwar geraakte, want ik bereikte mijn bed ruim een uur later dan Stijn en de zijnen. Wederom was het evenwel een pittoresk tochtje geweest.
De kater de dag nadien hield me niet tegen om de stad in te trekken en op de fameuze Tramlijn 28 doorkruiste ik een eerste maal Lissabon. Toen ik afstapte en te voet begon rond te slenteren kwamen Lissabon ’s kleine hoekjes, trapjes, pleintjes en straatjes pas echt tevoorschijn en meer en meer begon ik te begrijpen waarom iedereen altijd zo lyrisch werd over Lissabon. Lissabon is een grote stad, maar kent praktisch geen hoge gebouwen en haar pracht ligt in de eindeloze diversiteit die je er tegenkomt. De wijken hebben allen zo’n apart karakter dat het lijkt alsof een dozijn kleine stadjes besloten hebben samen een wereldstad te vormen en in de smeltkroes hun eigenheid hebben weten te behouden. Wat het geheel nog kleurrijker maakt zijn de vele migranten, de sporadische kraampjes, de bedelaars en de eeuwig volhardende dealers, die blijkbaar elke soort drugs op zak hebben. Met mijn redelijk noordelijke voorkomen pas ik perfect in het werkveld van de dealers, die zich vooral op toeristen concentreren. Meerdere malen werd ik een halve straat gevolgd door een verdacht figuur, die met een zakje marihuana of hasj in zijn hand zijn lijst te verkrijgen drugs een aantal keer in mijn oor aframmelde, me verzekerend van de kwaliteit, de kwantiteit en de goede prijs. Na een aantal weigeringen begrijpen ze echter wel dat je Lissabon louter voor de toeristische roes bezoekt en laten ze je verder met rust. Na een tijdje begint het zelfs wat grappig te worden.
De tweede avond in deze heerlijke stad concurreerde stevig met de eerste en leerde me Bairro Alto nog wat beter kennen, ook deze avond eindigden we in de Lux. Zondag was dan ook redelijk zwaar en na nog wat omzwervingen met de Belgische vrienden nam ik mijn bus naar Coimbra, alwaar ik uitgeput toekwam van wat een verkwikkend weekendje had moeten worden.
In de twee weken na België ben ik nog twee maal teruggeweest voor een dagje in deze zalige stad, ik krijg er maar niet genoeg van, zelden zo genoten van een plaats. Nu ben ik dan ook degene die bejubelt, prijst en adoreert eenmaal Lissabon ter sprake komt.
Free Hit Counters
Counters