Fueima das Qitas 7002 - II
Dag 4 – domingo 6-5: Figueira da Foz
De overlevering wil dat alle studenten, na de tweede nacht in het Parque, ’s morgens volledig geüniformeerd naar Figueira da Foz trekken en daar massaal op het strand gaan slapen om in de namiddag allen naar de Toreada (stierengevechten) te gaan kijken in het Coliseum van Figueira. De gratis treinen om 8 uur ’s morgens zitten stampvol en het strand zelf ziet zwart van de capes waarronder studenten hun roes liggen uit te slapen. Dit alles heb ik van horen zeggen, want na een kalme tweede nacht was ik wijselijk thuis gaan slapen, Mario en Nicola hadden niet aan de kracht van de tradities kunnen weerstaan en waren in de vroege uurtjes de meute gevolgd. Met de Belgische delegatie namen we ’s middags de trein om mooi op tijd aan te komen voor de stierengevechten. Onze Spaanse vrienden, vermoedelijk getraumatiseerd door de iets bloederigere stierenevenementen in Spanje, weigerden het Coliseum binnen te gaan en waarschuwden me voor het stompzinnige spektakel dat me te wachten stond. Ik, nog nooit een stierengevecht gezien in mijn leven, liet de drinkende Spanjaarden buiten achter en sloot me aan bij de Belgen op de tribunes... ...het kostte me welgeteld 5 minuten om de mening van Pili, Ricardo en de hunnen te delen. Ondanks de afgezaagde horens, het mennen op paarden en het feit dat de dieren niet gedood worden, voelde ik een oprechte afkeer opkomen. Het overdreven machismo, het hersenloze gejoel van de reeds licht beschonken studenten en de verafgoding van de torero maakten me pijnlijk bewust van het cultuurverschil. Alsof dat nog niet genoeg was, ging er, na de zege van de torero, een groep van ongeveer 10 jonge mannen de arena in, één van hen begaf zich alleen in de richting van de stier, terwijl zijn kompanen zenuwachtig wachtten tegen de schutting. De rode sjaal rond de buik van de waaghals gebruikte hij als provocatie en eenmaal de stier losbarstte en zijn immense gewicht op hem stortte, was het de kunst zijn bovenlichaam tussen de horens van het dier te werpen en met beide armen de gespierde nek te omarmen... en vast te houden. Daarna moest hij rekenen op zijn kompanen, die met z’n allen de stier stopten om hun roekeloze collega te bevrijden, terwijl er nog één de show mocht stelen door aan de staart van het beest rondjes te sliden op het zand om de laatste controle te verzekeren. Na dit ‘spektakel’, mocht de durfal samen met de torero een ererondje lopen in de arena en bleek prompt de held van de dag te zijn. Bekomen van mijn eerste aversie begon ik stilaan een klein beetje te genieten van het spektakel, hoewel mijn afkeer stevig stand hield. Nadat vier stieren elk dezelfde serie kwellingen doorstaan hadden, mochten echter alle studenten de ring betreden om hun mannelijkheid te bewijzen met een jonge stier. Mijn weerzin was finaal door deze massavertoning van coolheid, prille mediageilheid en kuddementaliteit; de ene had al meer schrik dan de andere, maar allemaal wilden ze toch zeker op z’n minst even het dier aangeraakt hebben om hun heldendom te voeden. Vier stieren werden achter elkaar binnengelaten, van jong en mak naar ouder en agressief; de massa slonk dan ook van quasi 200 bij de eerste tot een kleine 20 zotten bij de laatste. Ondanks wat grappige kapriolen slaagde ik er niet in te genieten van het geheel en respect opbrengen lukte al helemaal niet meer. Ik verliet het coliseum met een lichte kater en het eufemisme dat het wel cultuurgebonden zou zijn.
Na onze terugkeer op een trein vol alcoholdampen aten we in de goedkoopste Chinees van het Iberisch Schiereiland, om vervolgens, geheel in Vlaamse traditie, een spelletje kaartjeblazen in te zetten waarin we zowel Spanjaarden, Italianen als Walen wisten mee te sleuren. Nadat zelfs de 50-jarige dienster haar blaastalent had ingezet en de kaarten dermate aan elkaar plakten dat het blazen niet veel effect meer had, vertrokken we richting Queima. In volle vorm belandden we in een tent waar de ene vette progressiveplaat na de andere werd opgelegd, en met de Belgische liefhebbers van het genre begonnen we aan één van de betere nachten in het Parque. Zoals zo vaak in Portugese discotheekjes maakten we ook hier onder ons vier meer lawaai dan de 40 mensen die voor de DJ stonden te dansen alsof ze op een hippe receptie waren, wederom cultuurgebonden waarschijnlijk.. enkelen volgden gelukkig ons voorbeeld... belgian night @ the Parque..
Dag 5 – segunda feira 7-5: dia do descanso
Na de bijzonder geslaagde zondag besloot ik een bescheiden rustdag in te plannen. Het zwembad hielp me de hardnekkige kater te overwinnen en ik kroop vroeg het bed in, want morgen zou de legendarische Cortejo door Coimbra passeren.....
...wordt vervolgd...
De overlevering wil dat alle studenten, na de tweede nacht in het Parque, ’s morgens volledig geüniformeerd naar Figueira da Foz trekken en daar massaal op het strand gaan slapen om in de namiddag allen naar de Toreada (stierengevechten) te gaan kijken in het Coliseum van Figueira. De gratis treinen om 8 uur ’s morgens zitten stampvol en het strand zelf ziet zwart van de capes waarronder studenten hun roes liggen uit te slapen. Dit alles heb ik van horen zeggen, want na een kalme tweede nacht was ik wijselijk thuis gaan slapen, Mario en Nicola hadden niet aan de kracht van de tradities kunnen weerstaan en waren in de vroege uurtjes de meute gevolgd. Met de Belgische delegatie namen we ’s middags de trein om mooi op tijd aan te komen voor de stierengevechten. Onze Spaanse vrienden, vermoedelijk getraumatiseerd door de iets bloederigere stierenevenementen in Spanje, weigerden het Coliseum binnen te gaan en waarschuwden me voor het stompzinnige spektakel dat me te wachten stond. Ik, nog nooit een stierengevecht gezien in mijn leven, liet de drinkende Spanjaarden buiten achter en sloot me aan bij de Belgen op de tribunes... ...het kostte me welgeteld 5 minuten om de mening van Pili, Ricardo en de hunnen te delen. Ondanks de afgezaagde horens, het mennen op paarden en het feit dat de dieren niet gedood worden, voelde ik een oprechte afkeer opkomen. Het overdreven machismo, het hersenloze gejoel van de reeds licht beschonken studenten en de verafgoding van de torero maakten me pijnlijk bewust van het cultuurverschil. Alsof dat nog niet genoeg was, ging er, na de zege van de torero, een groep van ongeveer 10 jonge mannen de arena in, één van hen begaf zich alleen in de richting van de stier, terwijl zijn kompanen zenuwachtig wachtten tegen de schutting. De rode sjaal rond de buik van de waaghals gebruikte hij als provocatie en eenmaal de stier losbarstte en zijn immense gewicht op hem stortte, was het de kunst zijn bovenlichaam tussen de horens van het dier te werpen en met beide armen de gespierde nek te omarmen... en vast te houden. Daarna moest hij rekenen op zijn kompanen, die met z’n allen de stier stopten om hun roekeloze collega te bevrijden, terwijl er nog één de show mocht stelen door aan de staart van het beest rondjes te sliden op het zand om de laatste controle te verzekeren. Na dit ‘spektakel’, mocht de durfal samen met de torero een ererondje lopen in de arena en bleek prompt de held van de dag te zijn. Bekomen van mijn eerste aversie begon ik stilaan een klein beetje te genieten van het spektakel, hoewel mijn afkeer stevig stand hield. Nadat vier stieren elk dezelfde serie kwellingen doorstaan hadden, mochten echter alle studenten de ring betreden om hun mannelijkheid te bewijzen met een jonge stier. Mijn weerzin was finaal door deze massavertoning van coolheid, prille mediageilheid en kuddementaliteit; de ene had al meer schrik dan de andere, maar allemaal wilden ze toch zeker op z’n minst even het dier aangeraakt hebben om hun heldendom te voeden. Vier stieren werden achter elkaar binnengelaten, van jong en mak naar ouder en agressief; de massa slonk dan ook van quasi 200 bij de eerste tot een kleine 20 zotten bij de laatste. Ondanks wat grappige kapriolen slaagde ik er niet in te genieten van het geheel en respect opbrengen lukte al helemaal niet meer. Ik verliet het coliseum met een lichte kater en het eufemisme dat het wel cultuurgebonden zou zijn.
Na onze terugkeer op een trein vol alcoholdampen aten we in de goedkoopste Chinees van het Iberisch Schiereiland, om vervolgens, geheel in Vlaamse traditie, een spelletje kaartjeblazen in te zetten waarin we zowel Spanjaarden, Italianen als Walen wisten mee te sleuren. Nadat zelfs de 50-jarige dienster haar blaastalent had ingezet en de kaarten dermate aan elkaar plakten dat het blazen niet veel effect meer had, vertrokken we richting Queima. In volle vorm belandden we in een tent waar de ene vette progressiveplaat na de andere werd opgelegd, en met de Belgische liefhebbers van het genre begonnen we aan één van de betere nachten in het Parque. Zoals zo vaak in Portugese discotheekjes maakten we ook hier onder ons vier meer lawaai dan de 40 mensen die voor de DJ stonden te dansen alsof ze op een hippe receptie waren, wederom cultuurgebonden waarschijnlijk.. enkelen volgden gelukkig ons voorbeeld... belgian night @ the Parque..
Dag 5 – segunda feira 7-5: dia do descanso
Na de bijzonder geslaagde zondag besloot ik een bescheiden rustdag in te plannen. Het zwembad hielp me de hardnekkige kater te overwinnen en ik kroop vroeg het bed in, want morgen zou de legendarische Cortejo door Coimbra passeren.....
...wordt vervolgd...

0 Comments:
Post a Comment
<< Home