Thursday, April 26, 2007

Convivio's

Naast de meer alternatieve studentenwereld van de Republica's, laat hier ook de mainstream student meer dan regelmatig zijn feesthart spreken. De vele kleinere feestjes en activiteiten die de hardnekkige tradities hier in stand houden zijn meestal bestemd voor de selecte faculteitsgroepen, waar Erasmi quasi nooit deel van uitmaken; daarbuiten wordt er minstens twee keer per week een convivio (m. banket o.; feestmaal o.; vertrouwelijke omgang m.; vertrouwelijkheid v.) georganiseerd. Deze Coimbraanse TD's, met een gemiddelde grootte van een stevig silofeest, werden uiteraard ook even talrijk in het eerste semester aangeboden, maar wegens het mindere weer was dat steeds indoor te doen en dan ook levensgevaarlijk overbevolkt. Eindeloze wachtrijen, claustrofobische taferelen en potentiële bijna-doodervaringen waren schering en inslag en hadden mijn mening over Portugese studenteninitiatieven geen goed gedaan. De onklopbare weersresultaten vanaf eind februari dwongen echter meer en meer convivio's de open lucht in. Het enige wat Portugese studenten bleken nodig te hebben om een solide organisatie op poten te zetten, met propere wachttijden, ademruimte en normale hartritmes, was die teug frisse buitenlucht. Meestal zijn het de binnenpleinen van faculteiten die omgebouwd worden tot ware massafestijnen en we beginnen warempel stilaan te houden van die wekelijkse openluchtconvivio's met hun 50-cent-prijzen. Dé toplocatie voor een convivio in het hedendaagse Coimbra en tegelijkertijd de meest onwaarschijnlijke plaats, is de Kruidtuin. Uiteraard niet in het dichtbeboste tropische deel of tussen de talrijke eucalyptusbomen, maar op een grindveld naast de kwetsbare fauna met slechts enkele exemplaren wiens stammen de overvloedige urine moeten trotseren... festivalsfeer dringt telkenmale onze neuzen binnen. Een doorsnee convivio biedt de studenten qua muziek zowat alles wat MTV de jeugd aanbiedt, maar ook hier zijn er bijzondere verrassingen te verwachten. Zo belandden we vorige week op een convivio op het universiteitsplein, waar bijna alleen live Fado en Portugese schlagermuziek te horen bleek... absoluut af te voeren als feestmuziek, volgens mijn bescheiden mening. Twee dagen later bevond ik me in een absoluut tegenovergestelde situatie op een convivio van Chemie, op het binnenplein van de faculteit. Voordien hadden we onze opwachting gemaakt op het absoluut uit de hand gelopen verjaardagsdiner van Andrea, een Italiaan die het nodig acht voor zijn 'slechts' 29e levensjaar amper 72 mensen uit te nodigen in een typisch Portugees restaurant, om vervolgens vanaf het begin tot het einde iedereen zat te voeren met drinkliedjes, zelf rode wijn tegen het plafond te keilen, de zowaar sympathieke baas volledig door het lint te laten gaan, in de aanpalende straat een brandkraan open te draaien om andere Italianen te verzuipen... en uiteindelijk zelf half buiten westen om 2 uur naar huis kruipt. Zonder al te veel kleerscheuren wisten we na dit drinkgelag onze weg te vinden naar het faculteitsgebouw van Chemie, waar zowaar een nogal stevige housebeat op ons wachtte. De zeldzaamheid van elektronische muziek in de zuiderse landen had me al meermaals wat nostalgisch doen meimeren over de Leuvense feestjes en ik was blijkbaar niet de enige die deze afwisseling wel kon appreciëren. Een uur later begon er een nieuwe Dj, die warempel progressive door de boxen blaasde... was ik al redelijk van het stuk in mijn viool gebracht door deze curiositeit, dan wist ik absoluut niet meer waar ik het had toen de man doodleuk één van de betere platen uit mijn nederige progressivecollectie oplegde. Achtergelaten door al mijn Erasmusvrienden, die niet dermate euforisch werden door de muziekkeuze, bood ik de Dj een schuimloze pint aan op de tonen van een vette Danny Howellser. Gedreven door de nostalgie en verbroederend met een aantal plaatselijke housejohnnies bleef ik nog een dik uur alleen plakken... op de terugweg voelde ik me als het ware licht melancholisch worden... Coimbra had me na 7 maanden toch nog danig weten te verrassen met een streepje Belgische feestsfeer.

Monday, April 16, 2007

Erasmus, de tussenstand

Na bijna 8 maanden Erasmus, Portugal, Coimbra en het zuiderse leven is het misschien wel eens tijd om een bescheiden balans op te stellen van dit aparte leven. Hoe je het ook draait of keert en hoe cliché het ook mag klinken, het is toch een speciale ervaring en op een bepaald moment kom je jezelf toch ook wel ergens tegen. Geen dramatische inzichten of wereldschokkende openbaringen; het totaal verschillende leven hier dwingt je wel na een tijd om wat na te denken over het leven dat wij daar in België leiden. Niet dat België zoveel slechter of beter is.. het is gewoon wel anders.
Zoals ik al vaak heb vermeld voelt het niet als het echte leven hier. Het is meer een pauzeren van het leven in België om een jaar in een 'parallelle dimensie' door te brengen. Je moet steeds blijven beseffen dat alles wat hier gebeurt en ontstaat tijdelijk is. Al de relaties en vriendschappen, hoe goed of slecht ze ook zijn, zijn gedoemd om na dit jaar op te houden te bestaan. Natuurlijk kan je dat blijven onderhouden via mail, skype, msn, brieven en postduiven, en met een aantal vrienden zal dat ook zeker zo zijn, maar je zal nooit in staat zijn om dezelfde situatie te herbeleven door in Italië of Spanje het gros van je kennissen met een bezoek te vereren. Je kan nooit dezelfde context oproepen die we hier hebben.. het zal altijd anders zijn.
Klinkt allemaal redelijk pessimistisch als ik het even herlees, maar eigenlijk is het gewoon een instelling. Als je dit besef in je hoofd houdt zal het vermoedelijke gat in juli ook al wel iets kleiner zijn. Het is gewoon van belang om van de waarde van het moment te genieten, zonder te oppervlakkig te blijven en zonder jezelf te verliezen in een leven dat achteraf even snel gedaan zal zijn als het begonnen is. Momenteel heb ik het gevoel daar zeer goed in te slagen en misschien is het wel daarom dat ik er de laatste tijd zo van geniet. Niet dat het daarvoor niet genieten was, nu is het gewoon net dat ietsje meer en het onverwoestbare zonnige weer zal ook wel zijn steentje bijdragen. Vermoedelijk heeft de periode tussen eerste en tweede semester, waarin heel wat mensen vertrokken en nieuwe toekwamen, waarin het even beseffen was wat dit hier is en daarmee de onbezonnenheid een knauw kreeg, me wel een boost gegeven om het er extra van te pakken in het tweede semester. Voordien had ik ook nog niet echt nagedacht over dat alles.
Het sociale niveau van een Erasmusjaar is onvoorstelbaar hoog en eigenlijk is het op dat gebied dat de echte uitdaging zich afspeelt, eenmaal je de taal min of meer onder de knie hebt... van de universiteit zal het alleszins niet komen. Ik geniet echt van de verhoogde collectiviteit hier; in een week hebben we verschillende keren gasten 's avonds of worden we zelf wel ergens uitgenodigd, uitgaan, middag- en avondeten gebeurt hoofdzakelijk in groep en in het weekend houden we ons steeds gezamenlijk onledig... als je met 10 mensen samenwoont ben je natuurlijk niet snel alleen. De constante stroom contacten en nieuwe mensen is bij wijlen zelfs vermoeiend, maar ook bijzonder leerrijk en interessant. In het eerste semester waren mijn sociale activiteiten iets minder frequent en ging ik ook nog redelijk veel om met Belgen (via Wide), naast de andere Erasmi. Nadat de twilight zone tussen eerste en tweede semester bijna alle Belgen had opgeslokt en ook Wide daar slachtoffer van geworden was, bleef ik als enige ancien Vlaming van het eerste semester achter. De sociale situatie is dermate veranderd dat ik momenteel mijn tijd hoofdzakelijk doorbreng met Italianen en Spanjaarden... met nu al de onvermijdelijke sporen in mijn Portugese uitspraak. Op zich best wel interessant om eens een hele periode je moedertaal niet te spreken. Als ik eens naar huis bel verbaast het me hoe ik soms woorden op het puntje van mijn tong heb, waarvoor ik dan veel sneller het Engelse of Portugese equivalent kan oproepen dan het begeerde en eens zo vertrouwde Vlaamse exemplaar.
Misschien is het door die toegenomen zuiderse omgeving dat ik tegenwoordig ook tweemaal warm eet en minstens twee koffies per dag consumeer, iets waar ik mij in het eerste semester nog niet aan bezondigde, aangezien ik meer vasthield aan mijn nog verse Belgische gewoontes. Wat het meest frappant is en ook wel danig voorspelbaar, is het verschillende levensritme. Mijn sportieve bezigheden in acht genomen, is het leven hier heel wat minder druk en gejaagd. Het feit dat ik hier niet werk heeft daar natuurlijk zeker ook iets mee te maken, maar ik moet toch toegeven dat ik hier, met behulp van enige lessen van een doorgewinterde Mario, toch wel de kunst van het niks doen onder de knie heb gekregen. Cliché wederom, maar dat beetje rustiger leven heeft me laten zien hoe hard, snel en druk het er bij ons soms aan toegaat... en ik ben de eerste om daar in mee te gaan. De drukte waar ik vorig jaar in leefde is een absolute wereld van verschil met dit jaar. Het zijn bijna twee extremen en het beste is om er een compromis uit te destilleren, ik zal alleszins proberen iets van het rustigere leven hier mee te nemen (na twee maand in België zal er van dat plan vermoedelijk niet veel overblijven).
Wat het mooie weer ook meebrengt is het rondreizen in Portugal zelf. Stilaan durf ik toch wel zeggen dat ik het land, de keuken en het volk begin te kennen. Na een aantal reisjes in het Noorden en in de Alentejo ontbreken op mijn palmares vooral nog Lissabon, de Costa Alentejano en de Algarve... maar we hebben natuurlijk nog drie maand en een half. Volgende week trekken we waarschijnlijk terug naar Tras-os-Montes om daar een lokaal festival te bezoeken, onder leiding van de aldaar gestationeerde Belgische meisjes. Veel tijd om me te vervelen zal ik voorlopig niet hebben...

Saturday, April 07, 2007

Miranda

Coimbra ligt er momenteel redelijk rustig bij; op zoek naar paaseieren hebben de studenten massaal hun geboortestreken opgezocht en het gros van het overblijvende nachtlawaai bestaat uit Erasmiklanken. Met de feestweek van Quiema das Fitas in het vooruitzicht (7-13 mei; waarover ik nog uitgebreid verslag zal doen), hebben de meeste faculteiten nog maar één week paasvakantie. De traditionele festiviteiten veroorzaakten in het verleden een oncontroleerbare epidemie van afwezigheden in de aula's en men heeft het paasverlof dan maar in twee gesplitst. Samen met Adriano (Sicilië, Zuid-Italië) en Melf (Kiel, Noord-Duitsland) verliet ook ik het vertrouwde Coimbra, niet voor paaseieren, maar om het desolate Trás-os-Montes te leren kennen.
In september had ik zeer kort een Belgisch meisje leren kennen tussen de vele anderen. Eva zou Erasmus gaan doen in Miranda do Douro; een dorp met 26000 inwoners, een universiteit met amper 300 studenten en een Erasmuspopulatie van 10. Haar uitnodiging voor dit ongerepte stukje Portugal in het uiterste noorden sloegen we niet af en na 6 uur bus kwamen we in een ander Erasmusland terecht. Eva woont samen met nog 4 Belgische meisjes in een huis net buiten de historische stad, de helft van de gestationeerde Erasmi kenden we dus al. We werden hartelijk ontvangen door Stefania (Polla, Zuid-Italië), wiens portugees zo mogelijk nog slechter was dan Mario's eigen gecreëerde taaltje. Allen studeren sociale agogiek in Miranda, één van de twee faculteiten daar gehuisvest.
De stad zelf biedt drie straten, een halve stadswal en de resten van een lang geleden geëxplodeerd kasteel... tot zover dan ook onze toeristische sightseeing de eerste dag. Trás-os-Montes is niet de moeite voor de steden of dorpen, maar wel voor de indrukwekkende omgeving. Met een losgeslagen fotograferende Adriano in de achterhoede daalden we af naar Portugals grootste stuwdam pal op de grens met Spanje. Even later wisten we ons te mengen onder het cliënteel van een juist aangemeerde toeristenboot en pikten vlotjes een glaasje porto en een uilenshow mee. De uil, Duke, werd gedirigeerd en rondgefloten door een praatgrage Portugees alsof het zijn zoon was en Adriano trok zijn 300ste foto van de dag. Een oude Ford bracht ons terug de slopende helling op, alwaar we in een willekeurige bar ons zoveelste spelletje Scopa begonnen. Dit eenvoudige Italiaans kaartspel blijkt voor mij gemaakt te zijn, aangezien ik, tot Adriano's mateloze ergernis, elke dag opnieuw de absolute overwinning in de wacht wist te slepen. Loom van mijn overwinningsroes liet ik de Champions League match nadien gezapig aan me voorbijgaan en trok rustig richting Casa Belga in de periferie van het sympathieke dorpje. Na het uiteindelijke gelijkspel tussen Milaan en Bayern vervoegden rond 22u ook de gefrustreerde Adriano en triomfantelijke Melf het verjaardagdiner van Ruth, een der Belgen.
Onze laatste dag besteden we aan een poging om een trektocht rond Miranda te volbrengen, het late vertrek noopte ons op het einde echter toch tot een kleine liftactie in een open laadbak. De Champions League match van die dag liet ik wederom aan me voorbijgaan, om samen met Heleen te gaan winkelen en een stevig Belgisch diner op tafel te zetten. De winst van Roma op Manchester zorgde voor een nog vrolijkere Adriano dan normaal en na het eten leverde een spelletje uitbeeldpictionary de nodige taalhilariteiten op. Het late uur deed de volgende dag een beetje pijn toen we om 6.30 moesten opstaan voor onze bus naar Coimbra. Leen en Heleen vergezelden ons op de busrit, de eerste tot in Lissabon, de laatste naar Coimbra, Casa Vermelha. Ze zou de volgende worden om mijn fijngetunede toeristische rondleiding te ondergaan...


Free Hit Counters
Counters