Friday, July 27, 2007

Despedida

In het begin van dit jaar kwam het grootste deel van de Erasmi samen Portugal binnen. De meesten hadden getekend voor de intensieve cursus en werden 1 september verwacht op het welkomstwoord en 3 september in de eerste lessen. De grote toestroom creëerde een overload aan contacten en afleiding was niet ver te zoeken. We werden overstelpt door de diversiteit van het sociale landschap en er was geen seconde tijd om alleen te zijn of België te missen... ..het einde is echter heel anders...
De eerste Erasmi beginnen Portugal al te verlaten omstreeks 25 juni; examens en herkansingen zijn in elke faculteit anders georganiseerd en afhankelijk daarvan vertrekt de ene al later dan de andere. Vanaf die 25ste begint de afvallingskoers tot eind juli en voor de allerlaatsten zelfs begin augustus. Wie het langste blijft moet het meeste afscheid nemen en de laatste maand heeft dan ook iets triest over zich. Anderzijds kunnen sommige contacten wel eens kortstondig herontdekt worden door het verkleinen van de vriendengroepen en de intensiteit die in de lucht hangt is soms best aandoenlijk.
Ikzelf had mijn laatste examen 11 juli en vertrok met een tweede grote lichting op 15 juli. Ik ging echter nog niet naar huis, ik zou eerst een reisje in Andalusia maken. Sevilla, Cordoba, Almeria en nadien Granada, waar ik met Mario en een groepje Spanjaarden onze laatste dagen zou doorbrengen in de ouderlijke villa van één van onze vrienden. Nadien zou ik nog terugkeren naar Coimbra om mijn bagage te pakken, op te ruimen, administratie af te werken, laatste afscheiden te nemen en uiteindelijk de trein op te stappen richting België. Lucia had me in Andalusia laten weten dat ze mee de trein zou nemen, aangezien Pamplona vlakbij San Sebastian ligt; één van de laatste haltes op die fameuse Sud-Expresse, de nachttrein die het Iberisch Schiereiland doorkruist. Ze zou me haar stad laten zien en de dag nadien kon ik dan in San Sebastian uiteindelijk de laatste etappe aanvatten richting thuis...
Vandaag was dan die laatste dag. Mijn bagage had ik gisteren al wat gepakt, van de schaarse overlevenden had ik gisterenavond al grotendeels afscheid genomen en samen met Lucia waren we nog de enigen in Casa Vermelha. Mireia had ons deze morgen wakker gemaakt om dag te zeggen en had Coimbra al achter zich gelaten. We lunchten in de kantine met Melf en Sol en dronken een koffie in Tropical. Eén van die gewone middagen, waarvan ik er door het jaar zovele had gehad, deze keer echter in een iets andere sfeer.. ..het was allemaal voor de laatste keer. Ik zeurde maar door over de finaliteit van al die dagdagelijkse handelingen en werkte Lucia wat op de zenuwen, maar ondanks de grapjes konden we er niet onderuit. Het was de laatste dag en de exit was slechts luttele uren van ons verwijderd en we beseften het maar al te goed. Het gevoel dat rond onze schouders hing was op z’n minst dubbel te noemen. Enerzijds wil je nog blijven, alsof er niemand vertrokken is, anderzijds wil je wel naar huis en heb je nood aan die vertrouwde Stella met je vrienden, die je eigenlijk misschien wel gemist hebt.
Ik ging naar huis via het Universiteitsplein, om een laatste keer het studentikoze centrum te passeren. Rond half vijf was mijn bagage afgewerkt en sleepte ik vier stevige valiezen het huis uit. Oriana was komen opdagen met een vriendin om ons uit te zwaaien, we hingen nog wat rond op onze patio tot Lorenzo, samen met Melf en Sol, om twintig voor zes toekwam. Gezamenlijk sjouwden we ons hebben en houden de straat op, ik sloot de deur van Casa Vermelha en daalde de trap af naar het buitenhek. Ook het hek sloot ik en zoals afgesproken met de huisbaas liet ik de sleutels in de brievenbus glijden, het huis konden we niet meer binnen, we konden het niet meer ontkennen... dat was het...
Na wat gepuzzel slaagden we erin alle valiezen in Lorenzo’s auto te proppen en met Lucia op de achterbank geperst vertrokken we naar het station. Vier mensen zwaaiden ons uit. Zij waren de allerlaatsten en zouden begin volgende week ook vertrekken. De enkelingen die dan nog bleven hadden hun vertrek gepland tegen half augustus en dan was Erasmus 2006-2007 voorbij, zonder een spoor achter te laten. Een maand later zou een nieuwe Erasmusgroep al volop aan het ontstaan zijn, in de roes van de aankomst, alsof zij de enigen waren die ooit Coimbra gekoloniseerd hadden, alsof zij de besten waren die Erasmus naar daar gebracht had en alsof de meest fantastische ervaring aan hun voeten lag...

...want zo hadden wij ons dit jaar ook gevoeld.....

Tuesday, July 03, 2007

Lisbon Story

Reizen had ik hier al wel wat gedaan, ik kon eigenlijk zelfs terugblikken op een min of meer omvangrijk palmares, het Noorden tot tegen de Spaanse grens, ettelijke keren Porto, het desolate Noord-Oosten, de Alentejo twee keer... het enige wat me eigenlijk nog ontbrak op deze lijst was Lissabon. Bejubeld, geprezen en duizend maal geadoreerd, kon en mocht deze metropool niet ontbreken in een jaar Portugal.
De week voor mijn korte terugkeer naar België zat het me allemaal een beetje hoog. Ik was meer dan vijf maand niet meer thuis geweest, de plotse rust na Queima das Fitas stoorde me wat en ik was het kleine Coimbra eigenlijk even moe gezien. Ik moest er nodig eens tussenuit en op een vrijdagnamiddag besloot ik impulsief het weekend in Lissabon door te brengen, waar ik bij toeval wat Belgische Erasmusi kende. Beiden waren echter bezet en blijven slapen was niet mogelijk, waarop ik dan maar de praktische Erasmusrelaties aansprak en bij een Italiaanse onderdak kreeg, die tijdens de Queima ook ons huis gebruikt had om zich te slapen te leggen. Ze gaf me de sleutel van haar kot en voor de rest van het weekend zagen we elkaar praktisch niet, ik kon binnen als ik moest en ik trok mijn plan wel; zij had ook op die manier van onze gastvrijheid gebruik gemaakt, dus zo raar was het niet.
Ik kwam die vrijdagavond tegen half elf aan in het busstation en na een telefoontje met de Italiaanse vond ik mijn weg naar de mooie metrotunnels. Zonder ook maar iets van het bovengrondse Lissabon gezien te hebben begon ik het onmiddellijk prachtig te vinden. Was ik naïevelijk beïnvloed door al het goeds dat ik over deze stad gehoord had of had mijn reisgevoel gewoon gelijk en zou dit een heerlijke stad worden. Ik probeerde nog wat kritisch te blijven, maar naarmate ik de vier eindeloze roltrappen besteeg naar het oppervlak van Portugal ’s miljoenenstad, werd het gevoel alleen maar sterker. Ik kwam boven in station Baixa-Chiado, pal in het woelige centrum, en begon mijn tocht naar het appartement van mijn Italiaanse gastvrouw. Ik passeerde de beroemde stadslift in Eifelstijl, het monumentale Rossioplein en moest nog door de Baixawijk alvorens het appartement te bereiken. Ik kon niet langer weerstaan, Lissabon had me nu reeds in zijn macht.
Ik sprak af met Stijn en zijn vrienden in Bairro Alto om de avond te beginnen. Bairro Alto ligt vlakbij het metrostation waar ik was bovengekomen en is het absolute epicentrum van het nachtleven. De wijk zelf beslaat zeker 10 blokken en is letterlijk vergeven van de bars, cafés, kleine discotheekjes en restaurantjes. De pittoreske straatjes staan afgeladen vol met alle soorten mensen. Het lijkt alsof op elke straathoek de immense variëteit van Lissabon wordt uitgebeeld door de inwoners zelf. Je hebt wel wat themastraten waar min of meer dezelfde types bars te vinden zijn, maar toch geeft het straatbeeld de smeltkroes weer die Lissabon is en ondanks de immense populariteit van de wijk blijken er weinig of geen echt commerciële bars te zijn. De bars die ik gezien heb hadden telkens min of meer hun eigen karakter en boden een gezelligheid, die in Coimbra moeilijk te vinden is. Buiten Piano Negro heeft bijna elke bar in Coimbra dan ook een licht kantinegehalte, huiskamerbelichting en een televisie; een toog met barkrukken is zo zeldzaam dat je bijna zou vergeten dat het bij ons zo normaal is. In Lissabon weten ze precies wel beter wat ze met hun bar moeten doen.
Eenmaal ik Stijn en de zijnen tegen het lijf liep was ik dus zo mogelijk nog meer onder de indruk van deze stad. De jongens lusten blijkbaar wel een biertje en een paar uur later trokken we naar de Lux, de beroemdste discotheek van Portugal, hoewel op gewone avonden blijkbaar niet echt zijn naam waard. Gelukkig mochten we de 12 euro inkom volledig consumeren en we amuseerden ons vermoedelijk wel voldoende, te zien aan het late uur waarop we de keet verlieten. Ik had het ritme van mijn kompanen gevolgd en ik moet toegeven dat ik eigenlijk nogal dronken was. Nadat de taxi me had afgezet op de plaats waar ik reeds ettelijke uren geleden mijn eerste indrukken van deze stad opdeed, leidde mijn eetlust me naar een pasteleria... ...al etende wandelde ik buiten en toen ik opkeek na het verorberen van twee chorizobroodjes bleek dat ik hopeloos verloren was gelopen... elke straathoek die ik omsloeg leek op de vorige, eindeloze trapjes vermoeiden me steeds meer en het moet behoorlijk lang geduurd hebben voor ik uit de wirwar geraakte, want ik bereikte mijn bed ruim een uur later dan Stijn en de zijnen. Wederom was het evenwel een pittoresk tochtje geweest.
De kater de dag nadien hield me niet tegen om de stad in te trekken en op de fameuze Tramlijn 28 doorkruiste ik een eerste maal Lissabon. Toen ik afstapte en te voet begon rond te slenteren kwamen Lissabon ’s kleine hoekjes, trapjes, pleintjes en straatjes pas echt tevoorschijn en meer en meer begon ik te begrijpen waarom iedereen altijd zo lyrisch werd over Lissabon. Lissabon is een grote stad, maar kent praktisch geen hoge gebouwen en haar pracht ligt in de eindeloze diversiteit die je er tegenkomt. De wijken hebben allen zo’n apart karakter dat het lijkt alsof een dozijn kleine stadjes besloten hebben samen een wereldstad te vormen en in de smeltkroes hun eigenheid hebben weten te behouden. Wat het geheel nog kleurrijker maakt zijn de vele migranten, de sporadische kraampjes, de bedelaars en de eeuwig volhardende dealers, die blijkbaar elke soort drugs op zak hebben. Met mijn redelijk noordelijke voorkomen pas ik perfect in het werkveld van de dealers, die zich vooral op toeristen concentreren. Meerdere malen werd ik een halve straat gevolgd door een verdacht figuur, die met een zakje marihuana of hasj in zijn hand zijn lijst te verkrijgen drugs een aantal keer in mijn oor aframmelde, me verzekerend van de kwaliteit, de kwantiteit en de goede prijs. Na een aantal weigeringen begrijpen ze echter wel dat je Lissabon louter voor de toeristische roes bezoekt en laten ze je verder met rust. Na een tijdje begint het zelfs wat grappig te worden.
De tweede avond in deze heerlijke stad concurreerde stevig met de eerste en leerde me Bairro Alto nog wat beter kennen, ook deze avond eindigden we in de Lux. Zondag was dan ook redelijk zwaar en na nog wat omzwervingen met de Belgische vrienden nam ik mijn bus naar Coimbra, alwaar ik uitgeput toekwam van wat een verkwikkend weekendje had moeten worden.
In de twee weken na België ben ik nog twee maal teruggeweest voor een dagje in deze zalige stad, ik krijg er maar niet genoeg van, zelden zo genoten van een plaats. Nu ben ik dan ook degene die bejubelt, prijst en adoreert eenmaal Lissabon ter sprake komt.

Thursday, June 21, 2007

Culturele overdaad

Naar aanleiding van mijn eigen opgelegde eis de volgende stukjes wat cultureler te spijzen, bevind ik me in een bescheiden writers' block. Ik wil daarmee niet toegeven dat het culturele hier vaak plaats moet ruimen voor het vertier of dat ik hier niet voldoende inspiratie heb om iets cultureels te produceren. Nee, er is hier integendeel zoveel culturele input dat ik niet weet wat eerst te schrijven, gewoonweg teveel culturele inspiratie eigenlijk; "cultural overload" noemen ze dat waarschijnlijk in die hogere, intelectuele kringen. Ik ben dan ook hard aan het zwoegen om het kaf van het koren te scheiden, de haar uit de boter te vissen en de naald in de hooiberg te smijten, om uiteindelijk een waar reisgidsniveau ten berde te kunnen brengen, waar zelfs Trotter himself zijn wereldbolrugzak voor zal uitdoen.
Ik zit hier ook tot over mijn oren in den blok en weet niet waar mijne kop staat met al die moordende cursussen...

Nee, gewoon even stil gelegen, 'ik ben aan iets bezig' zenne.

Sunday, May 20, 2007

Fueima das Qitas 7002 - IV

Dag 8 – quinta feira 10-5:
Dag 9 – sexta feira 11-5: Obrigado Queima


Gedreven als we waren voltooiden we ook nog de twee laatste avonden van Queima das Fitas 2007, als voorbeeldig geïntegreerde buitenlanders. Hoewel beide zeker de moeite waard waren en soms zelfs uitmuntende momenten kenden, zijn de anekdotes ofwel niet dermate het vermelden waard, ofwel niet voor het grote publiek vrij te geven. Ook begin ik stilaan de nood te voelen eens wat plaats op mijn blog te gebruiken voor iets culturelere en diepgaandere teksten, in plaats van de ellenlange beschrijvingen van onze nachtelijke excessen. De Queima is voor de Portugezen absoluut de laatste uitspatting voor de eindspurt van het academisch jaar en ook wij proberen deze planning te volgen. De Quiema is voor de studenten een uitzonderlijke periode, waarin er al eens wat meer mag, wat minder moet en soms wat overdreven kan worden; voor ons is het echter ook het begin van het einde, na deze absolute climax gaat het alleen maar bergaf, richting exit. Het serieuze leven begint terug, waarin we moeten studeren en waarna we van iedereen afscheid moeten nemen en naar ons thuisland zullen terugkeren. Psychologie, Portugees en thesis zullen de laatste twee maanden van mijn Erasmus domineren, alvorens vele afscheiden de laatste dagen zullen vullen.
Hilariteiten, kapriolen of buitensporigheden zullen de revue dus niet al te veel meer passeren, niet dat we ons niet meer zullen amuseren of op stap zullen gaan, maar het zal er alleszins heel wat rustiger aan toe gaan... hoe je het ook draait of keert, het niveau van Queima das Fitas zal alleszins niet meer gehaald worden... ..het waren dan ook zonder twijfel de vermakelijkste 9 dagen van mijn Portugese verblijf en oprechte saudade is het lot dat ons nu allen ten dele valt ....

Fueima das Qitas 7002 - III

Dag 6 – terça feira 8-5: Cortejo


Een rondje joggen in het park, een douche en een stevige lunch zouden mijn voorbereiding moeten zijn op wat één van de beste en meest fabelachtige dagen van de Queima zou moeten worden. Ik wist nog altijd niet goed wat ik moest verwachten. Ik wist dat het geheel zou plaatsvinden rond een parade, die vertrekt op het Universiteitsplein en waarin een tachtigtal praalwagens meerijden, per faculteit ingekleed en versierd met het oog op het winnen van de prijs voor mooiste wagen, ik wist dat er gratis bier en eten werd uitgedeeld, ik wist dat Portugezen de Cortejo steeds afschilderden als het summum van zwijnerij en losbandigheid, ik wist dat zelfs de tegenstanders van de Queima deze dag niet links lieten liggen, maar ik wist niet hoe ik me dit alles moest voorstellen...
...we naderden het vertrekpunt van de wagens en geleidelijk drongen flarden gejoel en gejuich zich door de straten tot bij ons, wat verder wist ook de zinderende sfeer ons te bereiken, gedragen door de drukkende hitte van de namiddagzon... bij het omslaan van de laatste straathoek werden we opgeslokt door een indrukwekkende mensenmassa die zich dynamisch naast, tussen en rondom de wagens wist te bewegen. In elke wagen, ter grootte van een stevige oplegger, stonden een twintigtal studenten in uniform te pronken; terwijl alle laatstejaars, met hoed en wandelstok in de kleur van de faculteit, mochten meestappen en –drinken in de parade en op tijd en stond hun stok aan voorbijgangers leenden om symbolisch hun hoge hoed bijeen te deuken. Een paar stappen verder struikelde ik over een bierflesje en zag dat het niet het laatste zou zijn; de grond was bezaaid met lege bierflesjes van zowat elk merk dat ik tot nog toe op de Portugese markt was tegengekomen, degene die niet rondslingerden of kapot getrapt waren lagen met hopen bijeen in de goten en duikers.. het systeem bleek dan ook kinderlijk simpel te zijn, gewoon op eender welke praalwagen toelopen en drank vragen, als je geluk had was het koud.
Samen met Nicola en zijn Italiaanse vriendinnen, Martina en Federica, speciaal overgevlogen van Milaan voor deze uitzonderlijke dag, begonnen we de stoet te volgen en hielden telkens even halt bij de groepen Erasmi die zich strategisch langs het parcours hadden opgesteld. Hoe verder de stoet vorderde, hoe meer koud bier in waarde steeg en lauw gebruikt werd om elkaar te bevuilen. Na een 500 meter hielden we halt bij een grote groep Erasmi ... het duurde niet lang voordat onvermijdelijk allerhande dranken meedogenloos in het rond vlogen... dit morsig intermezzo achter ons latend daalden we verder af naar Praça da Republica, ikzelf redelijk gehavend door een beker sangria waarvan de volledige inhoud op mijn polo geëindigd was. Op de Praça was de chaos alleen maar groter, de massa indrukwekkender en de mensen gemotiveerder. Nog steeds samen met mijn drie Italiaanse Cortejovrienden bleven we trouw de optocht bijhouden, op de Avenida begonnen vele wagens echter uitgeput te geraken. We volgden nog even tot aan de benedenstad en keerden vervolgens terug naar Tropical, het café op de Praça waar steeds Erasmi te vinden zijn en ook nu had iedereen zich daar verzameld. Aangekomen bleek dat de chaos en verwarring hier zo mogelijk nog een grotere climax had weten te bereiken; het gros van de vrienden was aanwezig, 8 op 10 waren zeiknat, op de achtergrond zweepte een jambé de meute op, in de goot lag een immense stapel leeggoed, één op de twee bierflesjes werden leeggespoten, de laatste wagens bleven bier aanvoeren, de barmannen manoeuvreerden door het volk heen met volle plateau’s, hopend toch nog iets te verkopen tussen de eindeloze stroom gratis drank door.... ..bloody mayhem... Omstreeks 8 uur passeerde de laatste praalwagen, nummer 94, na 6 uur non-stop parade, en stilaan begon de groep uit te dunnen om avondeten te gaan zoeken. We daalden met de huisgenoten af naar de benedenstad, alwaar de overrompeling in de restaurants ons naar een snackbar voerde en we zodoende tevreden moesten zijn met bifana’s en hamburgers, wegens plaatsgebrek buiten op te eten.
We trokken huiswaarts voor een welverdiende douche, ik hield nog een kleine tussenstop aan Se Velha met Pili, die bij gebrek aan verse kleren een pyjama van een vriendin had aangetrokken om de rest van de avond te voltooien en we vertrokken naar de drukste avond in het Parque. De onnoemelijke commotie had mijn feeststemming al vlug in de kiem gesmoord en tegen 4u sjokte ik rustig huiswaarts ...peinzend hoe ik deze dag in mijn memoires zou vermelden...

Dag 7 – quarta feira 9-5: day of the broken toilet


De absolute climax van de Queima lag achter ons, er kwam niets speciaals meer, enkel nog gewone feestavonden in het Parque; we zouden de laatste avonden zelf creatief moeten inkleuren. Gelukkig was Martina er nog, de prettig gestoorde en bijzonder mooie Italiaanse vriendin van Nicola...
We hadden, om de avond te beginnen, afgesproken in Mimo, een restaurant dat wegens zijn onvriendelijke bediening en middelmatige schotels zeker mijn voorkeur niet wegdraagt... maar juist daarom allesbehalve schuldgevoelens achterlaat als je er met een groep van 35 man drinkliedjes begint te scanderen. Ja, hoe puberaal en voetbalkantinegewijs het ook mag lijken, steeds weer is er één of andere (en ik ben het niet), die de vicieuze cirkel op gang zet. Dientengevolge werd er na het eten geen zinnige conversatie meer gevoerd, tenzij het over drinkliedjes in andere talen ging. Martina had me met succes de Italiaanse variant aangeleerd, terwijl ze de Vlaamse versie na één hilarisch probeersel wegstak met de belofte te zullen oefenen... onze taal blijft toch verbazend onbegrijpelijk voor andere Europese landen. Na een laatste porto tijdens het afrekenen kwam Martina me hysterisch giechelend vertellen dat ze een klein accidentje had gehad op het wc, en dat ik maar eens moest komen kijken. Hopend op avances van deze Italiaanse schone, wist ik niet wat ik zag toen bleek dat het meisje van 1m 60 de wc-pot had weten af te breken; heel het sanitair stond onder water... Martina gaf toe dat ze wel nogal een speciale houding had moeten aannemen om deze krachttoer uit te voeren; als ze in een openbaar toilet ging voelde ze immers steeds de oncontroleerbare drang om haar voeten op beide randen van de pot te plaatsen en in deze positie haar ding te doen. Niet goed wetende in welke categorie van geesteszieken ik Martina moest onderbrengen, en lichtelijk beschonken, besloten we gewoon de zaak te verlaten alsof onze neus bloedde. Met een groep van 10 wisten we te ontsnappen, onophoudelijk in een deuk gaand vanwege de bizarre gewoontes van onze Noord-Italiaanse metgezel. We begonnen ons echter enigszins zorgen te maken als even later bleek dat niemand ons volgde... ..een telefoontje wist ons te vertellen dat de rest niet uit het restaurant mocht, aangezien de baas de vandalenstreek had opgemerkt en vergoeding eiste. Martina ging spontaan geld afhalen om iedereen terug te betalen, terwijl Nicola haar in het Italiaans vriendschappelijk de huid vol schold en er uit frustratie zijn pint bij tegen de grond smeet, aangezien Martina bleef beweren dat haar plasmanier de juiste was.
Na dit surrealistische voorval kon niemand zijn avond nog stuk en even later arriveerden we in het Parque, waar we ons met heel de voordien ontsnapte voorhoede een ruime plaats in de housetent toëeigenden. Ongemerkt begon de nacht zich te ontpoppen tot de allerbeste uit de reeks en de terugweg bij het ochtendgloren, gespeend van talloze hilariteiten, dreef het niveau alleen maar meer de hoogte in.. ..Queima wist ons nog steeds niet te vervelen...


...wordt vervolgd...

Fueima das Qitas 7002 - II

Dag 4 – domingo 6-5: Figueira da Foz

De overlevering wil dat alle studenten, na de tweede nacht in het Parque, ’s morgens volledig geüniformeerd naar Figueira da Foz trekken en daar massaal op het strand gaan slapen om in de namiddag allen naar de Toreada (stierengevechten) te gaan kijken in het Coliseum van Figueira. De gratis treinen om 8 uur ’s morgens zitten stampvol en het strand zelf ziet zwart van de capes waarronder studenten hun roes liggen uit te slapen. Dit alles heb ik van horen zeggen, want na een kalme tweede nacht was ik wijselijk thuis gaan slapen, Mario en Nicola hadden niet aan de kracht van de tradities kunnen weerstaan en waren in de vroege uurtjes de meute gevolgd. Met de Belgische delegatie namen we ’s middags de trein om mooi op tijd aan te komen voor de stierengevechten. Onze Spaanse vrienden, vermoedelijk getraumatiseerd door de iets bloederigere stierenevenementen in Spanje, weigerden het Coliseum binnen te gaan en waarschuwden me voor het stompzinnige spektakel dat me te wachten stond. Ik, nog nooit een stierengevecht gezien in mijn leven, liet de drinkende Spanjaarden buiten achter en sloot me aan bij de Belgen op de tribunes... ...het kostte me welgeteld 5 minuten om de mening van Pili, Ricardo en de hunnen te delen. Ondanks de afgezaagde horens, het mennen op paarden en het feit dat de dieren niet gedood worden, voelde ik een oprechte afkeer opkomen. Het overdreven machismo, het hersenloze gejoel van de reeds licht beschonken studenten en de verafgoding van de torero maakten me pijnlijk bewust van het cultuurverschil. Alsof dat nog niet genoeg was, ging er, na de zege van de torero, een groep van ongeveer 10 jonge mannen de arena in, één van hen begaf zich alleen in de richting van de stier, terwijl zijn kompanen zenuwachtig wachtten tegen de schutting. De rode sjaal rond de buik van de waaghals gebruikte hij als provocatie en eenmaal de stier losbarstte en zijn immense gewicht op hem stortte, was het de kunst zijn bovenlichaam tussen de horens van het dier te werpen en met beide armen de gespierde nek te omarmen... en vast te houden. Daarna moest hij rekenen op zijn kompanen, die met z’n allen de stier stopten om hun roekeloze collega te bevrijden, terwijl er nog één de show mocht stelen door aan de staart van het beest rondjes te sliden op het zand om de laatste controle te verzekeren. Na dit ‘spektakel’, mocht de durfal samen met de torero een ererondje lopen in de arena en bleek prompt de held van de dag te zijn. Bekomen van mijn eerste aversie begon ik stilaan een klein beetje te genieten van het spektakel, hoewel mijn afkeer stevig stand hield. Nadat vier stieren elk dezelfde serie kwellingen doorstaan hadden, mochten echter alle studenten de ring betreden om hun mannelijkheid te bewijzen met een jonge stier. Mijn weerzin was finaal door deze massavertoning van coolheid, prille mediageilheid en kuddementaliteit; de ene had al meer schrik dan de andere, maar allemaal wilden ze toch zeker op z’n minst even het dier aangeraakt hebben om hun heldendom te voeden. Vier stieren werden achter elkaar binnengelaten, van jong en mak naar ouder en agressief; de massa slonk dan ook van quasi 200 bij de eerste tot een kleine 20 zotten bij de laatste. Ondanks wat grappige kapriolen slaagde ik er niet in te genieten van het geheel en respect opbrengen lukte al helemaal niet meer. Ik verliet het coliseum met een lichte kater en het eufemisme dat het wel cultuurgebonden zou zijn.
Na onze terugkeer op een trein vol alcoholdampen aten we in de goedkoopste Chinees van het Iberisch Schiereiland, om vervolgens, geheel in Vlaamse traditie, een spelletje kaartjeblazen in te zetten waarin we zowel Spanjaarden, Italianen als Walen wisten mee te sleuren. Nadat zelfs de 50-jarige dienster haar blaastalent had ingezet en de kaarten dermate aan elkaar plakten dat het blazen niet veel effect meer had, vertrokken we richting Queima. In volle vorm belandden we in een tent waar de ene vette progressiveplaat na de andere werd opgelegd, en met de Belgische liefhebbers van het genre begonnen we aan één van de betere nachten in het Parque. Zoals zo vaak in Portugese discotheekjes maakten we ook hier onder ons vier meer lawaai dan de 40 mensen die voor de DJ stonden te dansen alsof ze op een hippe receptie waren, wederom cultuurgebonden waarschijnlijk.. enkelen volgden gelukkig ons voorbeeld... belgian night @ the Parque..

Dag 5 – segunda feira 7-5: dia do descanso

Na de bijzonder geslaagde zondag besloot ik een bescheiden rustdag in te plannen. Het zwembad hielp me de hardnekkige kater te overwinnen en ik kroop vroeg het bed in, want morgen zou de legendarische Cortejo door Coimbra passeren.....

...wordt vervolgd...
Free Hit Counters
Counters